UN INT Intro Text w/ Centered Large Responsive Image - *Important Note* You must UNLINK this shared library component before making page-specific customizations.
Wat was het oorspronkelijke Nederlandse doel?
Wij waren dolblij toen Martijn van Dam, toenmalig staatssecretaris van Economische Zaken, in 2016 verklaarde dat hij dierproeven wilde uitfaseren. Hij wilde dat Nederland in 2025 koploper zou zijn op het gebied van innovatie zonder het gebruik van dieren in laboratoria. Het land moest een voortrekker worden om de wereld te laten zien dat dierproeven in een relatief kort tijdsbestek op sommige gebruiksgebieden konden worden uitgefaseerd. Dat zou laten zien hoe men van verkwistende, onethische en archaïsche experimenten kan overstappen op moderne, mensrelevante wetenschap en geneeskunde.
Hoe was de Nederlandse regering van plan dit te bereiken?
Als leidraad voor haar plan heeft het Nationaal Comité advies dierproevenbeleid (NCad) een rapport opgesteld. Daarin wordt gesteld dat dierproeven voor wettelijk verplichte veiligheidstests uiterlijk in 2025 konden worden vervangen door diervrije methoden. Voor fundamenteel onderzoek verschilde het tijdschema voor de geleidelijke afschaffing van dergelijke proeven per onderzoeksgebied en vereiste de overgang beoordelingen en strategische plannen voor elk gebied. Voor toegepast en translationeel onderzoek benadrukte het NCad dat het tempo van de afschaffing van dierproeven kon worden versneld.
Om het doel van Nederland te bereiken, is in juni 2018 de Transitie Proefdiervrije Innovatie (TPI) van start gegaan. Het transitieprogramma staat onder toezicht van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en bestaat uit vertegenwoordigers van de overheid, de wetenschap, het bedrijfsleven, financieringsinstanties en een ngo. Klinkt als een goed begin, toch?
Is het gelukt om het aantal dierproeven te verminderen?
Sinds 2016 – het jaar waarin het doel werd gesteld – is de vermindering van het aantal dierproeven gestagneerd. In 2017 nam het aantal zelfs toe. De beloften werden verbroken.
Het Nederlandse doel is veranderd
Schandalig genoeg ging met de start van de TPI ook een wijziging in de doelstelling gepaard. In de verklaring staat nu dat Nederland een ‘voorloper’ zal zijn op het gebied van dierproefvrije innovatie. Dit is een stap terug ten opzichte van ‘koploper’, en er wordt beschamend genoeg niet langer gesproken over het uiterlijk in 2025 stoppen van sommige dierproeven of enige andere deadline.
De TPI wil zich alleen richten op de ontwikkeling van diervrije methoden, niet op het ontmoedigen van dierproeven – of evenmin op het vaststellen van tijdschema’s voor de overschakeling op diervrije proeven. Opmerkelijk is dat het aantal dierproeven niet zal worden gebruikt als maatstaf om succes te meten.
Zolang er dierproeven worden gedaan, worden dieren nog steeds blootgesteld aan ellende, wordt belastinggeld verspild en blijven patiënten wanhopig wachten op genezing.
Wat is er mis met experimenten op dieren?
Dieren zijn niet van ons om op te experimenteren. Net als wij voelen ze pijn en angst, en hun overweldigende natuurlijke instincten zijn – net als de onze – om vrij te zijn en om hun eigen leven te beschermen. Ze willen niet opgesloten zitten in een kleine kooi in een laboratorium.
In 2019, het meest recente jaar waarvan er gegevens bekend zijn, werden er in Nederland ongeveer 450.000 experimenten en andere wetenschappelijke procedures op dieren uitgevoerd. Ze konden legaal worden vergiftigd; van voedsel, water of slaap worden beroofd; aan psychologisch leed worden blootgesteld; opzettelijk met ernstige ziekten worden besmet; hersenbeschadigingen oplopen; verlamd raken; aan huid- of oog-irriterende stoffen worden blootgesteld; of worden gedwangvoederd, vergast en geëlektrocuteerd. En het overgrote deel van de dieren werd na afloop gedood. Daarnaast werden er ongeveer 450.000 dieren gefokt en gedood zonder te worden gebruikt in dierproeven.
Proeven op dieren zijn niet alleen wreed en onethisch, ze belemmeren ook de vooruitgang van wetenschap en geneeskunde.
Minder dan 10% van de veelbelovende ontdekkingen op het gebied van de biomedische basiswetenschappen – waarbij voor het merendeel dierproeven worden gebruikt – wordt binnen 20 jaar routinematig klinisch toegepast. Bovendien is het mislukkingspercentage van mogelijke nieuwe geneesmiddelen die voor veel ziekten met behulp van dieren zijn ontwikkeld hoger dan 95%. Hier volgen slechts enkele voorbeelden:
- De ziekte van Alzheimer: 99.6%
- Kanker: 96,6%
- HIV/AIDS-vaccin: 100%
- Beroertes: 100% (gebaseerd op 1.000 nieuwe, op dieren geteste middelen in 100 klinische proeven)
Het is duidelijk dat we, in het belang van mens en dier, moeten afstappen van onderzoek dat zo’n slechte staat van dienst heeft.
Hoe je dieren in Nederlandse laboratoria kunt helpen
Onderteken alsjeblieft onze petitie waarin we er bij de Nederlandse regering op aandringen om de oorspronkelijke doelstelling om dierproeven uit te faseren en tegen 2025 een echte wereldleider te worden op het gebied van innovatie zonder dieren opnieuw in te voeren: